DE BEENVISSEN


DE STRAALVINNIGEN

DE HENGELVISSEN

DE ZEEDUIVEL


1. Benaming :
zeeduivel.jpg

Latijn : Lophius piscatorius
Nederlands : zeeduivel, hengelaar
Frans : diable de mer, lotte
Engels : sea-devil, angler
Duits : Seeteufel

2. Familie :

De zeeduivels zijn de grootste vissen onder de Pediculati. Er bestaan meer dan 350 soorten, die in twee groepen worden onderverdeeld: de hengelaars en de diepzee hengelaars. Deze laatste omvatten ongeveer 125 soorten. Allen hebben het karakteristieke kenmerk ontwikkeld van een grote stekel, waarmede ze andere vissen lokken.

3. Milieu en verspreiding :

Het liefst leven ze tussen stenen en wieren. In open plaatsen liggen ze half ingegraven in het zand of de modder.

Ze leven vanaf IJsland, langs de West-Europese kusten, tot aan de Middellandse Zee. Het liefst verblijft hij op een diepte van 600 meter.

4. Voorkomen en voortplanting :

Op het eerste zicht denkt men te doen te hebben met een monster. Zo afstotelijk is het uitzicht van de kop, die tweederde van het lichaam in beslag neemt.

De eieren worden laat in de winter, de lente en in de zomer afgezet in zeer diep water. Ze worden in lange linten gelegd, de ene naast de andere. Deze linten kunnen tot 12 meter lang zijn. Na een vrijzwemmend bestaan gaan de jongen op de bodem leven. Dit vanaf een lengte van 5 tot 6 cm.

5. Voedsel :

Ze eten hoofdzakelijk kleinere vissen die met de angel naderbij gelokt worden. Soms komt hij aan de oppervlakte en vangt vogels die op het wateroppervlak uitrusten.

6. Levenswijze :

Allen benutten dezelfde methode om hun voedsel te bemachtigen: stilliggend tussen stenen, wieren of ingegraven in de bodem, lokken ze met behulp van de angel de prooi naderbij. Dan springt de zeeduivel op en klapt de grote bek dicht.

7. Economisch belang :

Het vlees is zeer gewaardeerd door de kenners. Hij haalt hoge prijzen in de vismijn. Het vlees smaakt het beste als het overnacht heeft. Het kan bereid worden op dezelfde wijze als dit van een konijn.