1. BENAMING
|
Latijn : Aurelia aurita
Nederlands : oorkwal
Frans : auréli
Engels : common jellifish
Duits : Ohrenkwalle
2. FAMILIE
De holtedieren worden onderverdeeld in drie klassen: de Hydrozoa, de Scyphozoa en de Anthozoa. Tot de Scyphozoa behoren de grote kwallen die geregeld langs onze kusten leven.
3. VORM
De kwal is een parapluvormig dier. Het is rond of konisch, met vier tot acht tentakels of meer rond de buitenring. Onder de bol bevindt zich de mondopening die meteen toegang geeft tot de maag. De mond bestaat uit vier lange lippen. In feite bestaat het lichaam uit slechts twee cellagen, die de paraplu vormen, voorzien van een binnenbekleding.
4. LEVENSWIJZE
Zij laten zich min of meer meedrijven met de stroming. Zo komen ze langs onze kusten terecht. Sommige soorten zijn zeer giftig. Een badgast die onverwachts in een kwallenzwerm terecht komt moet meteen ter verzorging opgenomen worden in het ziekenhuis.
5. VOEDSEL
Met hun netelarmen vangen ze kleinere dieren, meestal visjes, die ze met de lippen naar de mondopening brengen.
6. VOORTPLANTING
Het mannetje spuwt zijn sperma in zee. Dit wordt door het vrouwtje met het eten langs de mond opgenomen. De eieren worden bevrucht en rijpen nu eerst in de zakken van de mondlippen. De jongen worden dan als planulalarven vrij gelaten. De larven hechten zich vast aan zeewier of stenen en ontwikkelen tot kleine poliepen. Zij hebben elk 16 tentakels. De volgende winter worden de poliepenkolonies gevormd. Daaruit ontstaan verschillende kwallen, die ephyraelarven genoemd worden. Zij groeien uit tot volwassen exemplaren. Na twee jaar is de kwal volwassen.
7. VERSPREIDING
De kwallen zijn over de ganse wereld verspreid. De meest voorkomende soort op onze kust is de aurelia aurita.