NASA wil op zijn volgende Marsmissie in 2020 een helikopter met de Rover meesturen. De eerste beelden van de testvluchten met het toestel zijn net vrijgegeven. Vier jaar heeft het Amerikaanse ruimtevaartagentschap eraan gewerkt om het tuig zo te verkleinen dat het vlot met de Rover, het onbemande Marsvoertuig, mee kan. De helikopter is nu kleiner dan een voetbal en weegt nog geen 1,8 kilogram.
Het tuig ziet er dan wel uit als een drone, maar krijgt toch de benaming helikopter omdat het vanwege de te grote afstand tussen de aarde en Mars, namelijk 55 miljoen kilometer, niet vanop de aarde kan worden bestuurd. Het zal dus zelfstandig vluchten uitvoeren.
Als dat lukt, wordt het een grote primeur voor de Amerikaanse ruimtevaart: de allereerste buitenaardse vlucht met een toestel van het type "heavier-than-air", een toestel dat meer weegt dan de lucht die het verplaatst. In de jaren 80 voerde de Sovjetunie al de eerste buitenaardse "ballonvluchten" uit in de atmosfeer rond Venus met andere types vliegende ruimtetuigen, zeppelins of luchtballons. Maar nooit is vanop een andere planeet een toestel opgestegen.
De helikopter heeft twee rotorbladen, die 10 keer sneller draaien dan bij een gewone helikopter op aarde. Hij moet gebieden kunnen verkennen met uitdagend reliëf, waar de Mars Rover niet geraakt omdat zijn wielen op oneffenheden blijven steken. Zo bleef de Spirit in 2009 in een poel van los zand zitten, waarna hij zonder stroom viel en verloren was.
De nieuwe Rover en zijn vliegende gezel zouden in juli 2020 vertrekken en in februari 2021 op Mars aankomen. Mocht het helikopterproject niet rond geraken, dan zou dat volgens NASA geen nadelige gevolgen hebben voor de missie.
