
De twee grootste bedreigingen voor pinguïns blijken gigantische ijsbergen en zomerse regenstormen. Dat blijkt uit twee studies die vandaag gepubliceerd zijn, zo schrijft de website Wired. Vooral de Adélie- en de Magelhaenpinguïns, twee van de zeventien verschillende soorten pinguïns op onze planeet, worden bedreigd.
Verschillende weermodellen suggereren dat het aantal extreme weersomstandigheden in de toekomst enkel zal toenemen, net als de algemene temperatuur op aarde. Daardoor zouden er aan de Argentijnse kusten meer zomerse regenstormen plaatsvinden. Gebieden zoals Punta Tombo, waar de Magelhaenpinguïn tussen september en februari naartoe trekt om te broeden, zijn normaal gezien dor en droog.
Vochtigheid vormt een groot gevaar voor de jongen, zeker tussen de leeftijd van 9 en 23 dagen, wanneer ze het kwetsbaarst zijn. Ze zijn dan te groot om door hun ouders beschermd te worden, maar hun vacht bestaat dan nog uit zachte veren die niet waterdicht zijn. Bij regenstormen dreigen bijgevolg de kuikens bijgevolg dood te vriezen, omdat ze zich niet op tijd kunnen drogen.VerhongeringTussen 1983 en 2010 ging een team van onderzoekers van de Universiteit van Washington en de Wildlife Conservation Society aan de slag om te achterhalen welke factoren er allemaal verantwoordelijk zijn voor het sterven van Magelhaenkuikens. Daarbij kwam aan het licht dat verhongering op de eerste plaats staat.Maar sommige jaren waren het intensieve zomerse regenstormen die het meeste slachtoffers maakten, soms zelfs de helft van alle kuikens in een kolonie. Sterkere stormen doodden zelfs meer pinguïns, waaronder zelfs oudere exemplaren die wel al over de juiste veren beschikten. Nesten liepen onder, waardoor de jongen geen kans hadden om te ontsnappen.Prooi
Ook merkten de onderzoekers op dat de pinguïns later op Punta Tombo aankomen, namelijk in oktober, mogelijk omdat de vissen die hun prooi vormen dat ook doen. Daardoor zijn de kuikens in november en december, wanneer de eerste regenstormen arriveren op Punta Tombo, nog steeds op hun kwetsbaarst.
Aanpassingsvermogen
Maar er is niet enkel slecht nieuws. Een ander onderzoeksteam dat op Antarctica de Adélie-pinguïns gedurende dertien jaar bestudeerde, ontdekte dat die soort zich wel kan aanpassen aan hun veranderende levensomgeving, zijnde zee-ijs.
Maar uit onderzoek blijkt nu dat de Adélie-pinguïns over voldoende flexibiliteit beschikken om zich aan te passen aan die veranderingen. Waar ze echter niet mee omkunnen is een combinatie van het verschuiven van zee-ijs en gigantische ijsbergen.Dat gebeurde tot kort niet zo vaak, maar tussen 2001 en 2005 botsten twee gigantische ijsbergen op de Ross-ijsplaat, waar de Adélie-pinguïns net aan het broeden waren. De botsing gooide de hele manier waarop het zee-ijs normaal gezien gevormd wordt overhoop, waardoor de voedselvoorziening van de pinguïns in gevaar kwam. Omdat ze zich niet konden aanpassen, lieten veel pinguïns en hun kuikens het leven.Blijkt dus dat er een grens is aan hoe de pinguïns met het variërende hoeveelheid zee-ijs om kunnen. Met de klimaatverandering lijkt dat alleszins geen goed teken te zijn voor de pinguïns.