Vandaag heeft Google een leuke doodle met chemie erin verwerkt. Dat heeft natuurlijk een reden want elke doodle bij Google wil wat zeggen. Vandaag willen ze Friedlieb Ferdinand Runge eren. Maar wie was die man dan en wat heeft hij gedaan?
Friedlieb Ferdinand Runge (8 februari 1794 - 25 maart 1867) was een Duitse analytische chemicus. Runge identificeerde de mydriatische (pupilverwijdende) effecten van belladonna (dodelijke nachtschade) -extract, identificeerde cafeïne en ontdekte de eerste koolteerkleurstof (anilineblauw). Reden genoeg dus om hem wat beter te leren kenne.
Friedlieb Ferdinand Runge werd geboren in de buurt van Hamburg op 8 februari 1794. Vanaf een jonge leeftijd voerde hij alchemische experimenten uit, waarbij hij de mydriatische (pupilverwijdende) effecten van het belladonna (dodelijke nachtschade) -exemplaar op identieke wijze identificeerde. In 1819 werd hij uitgenodigd om Goethe te laten zien hoe de belladonna de pupil deed verwijden. Goethe was zo onder de indruk van de demonstratie dat hi hem een pak koffiebonen schonk, die een Griek hem als een delicatesse had gestuurd. "Je kunt deze ook gebruiken in je onderzoek," zou Goethe gezegd hebben. Hij had gelijk, want al snel daarna ontdekte Runge daarin cafeïne.
Runge studeerde scheikunde in Jena en Berlijn, waar hij zijn doctoraat behaalde. Na drie jaar touren door Europa, doceerde hij chemie aan de universiteit van Breslau tot 1831. Van toen tot 1852 werkte hij voor een chemisch bedrijf, maar werd ontslagen door een boze manager en stierf vijftien jaar later in armoede, in Oranienburg. Zijn chemische werk omvatte purinechemie, de identificatie van cafeïne, de ontdekking van de eerste koolteerkleurstof (anilineblauw), koolteerproducten (en een groot aantal stoffen die afkomstig zijn van koolteer), papierchromatografie, pyrrool, chinoline, fenol, thymol en atropine. Hij was de eerste die in 1855 het fenomeen "Liesegang-ringen" opmerkte. Hij observeerde ze in de loop van experimenten met het neerslaan van reagentia in vloeipapier. Deze ringen ontstaan wanneer in een gel een speciale neerslagreactie tussen twee zouten plaatsvindt. Eén van de zouten zit hierbij al opgelost in de gel, terwijl de ander via diffusie langzaam de gel binnen komt, bijvoorbeeld door een druppeltje zoutoplossing bovenop de gel te plaatsen.