Mutaties zijn niet zo willekeurig als gedacht

    Maak kennis met de Aralkum-woestijn. Bijna tachtig lentes jong en vrijwel niet te stoppen.

    Als je in de Aralkum-woestijn staat, kun je het jezelf bijna niet voorstellen. Zo’n tachtig jaar geleden bevond zich hier – op de grens tussen Kazachstan en Oezbekistan – het op drie na grootste meer ter wereld. Dat Aralmeer besloeg een oppervlak van zo’n 68.000 vierkante kilometer, wat heel concreet betekent dat het twee keer zo groot was als België. Vandaag de dag is daar nauwelijks meer iets van over: in een paar decennia tijd is de zeespiegel dertien meter gedaald en naar schatting beslaat het meer nog een tiende van het oorspronkelijke oppervlak. De overige 90 procent is getransformeerd tot een droge, witte zoutvlakte die vandaag de dag aangeduid wordt als Aralkum-woestijn. De woestijn – die rond 1960 het levenslicht zag – gaat de boeken in als de jongste woestijn op aarde. En die woestijn is mensenwerk.

    Mensenwerk
    Het machtige Aralmeer werd jarenlang gevoed door omringende bergen. Grote rivieren zoals de Syr Darya en de Amu Darya brachten smelt- en regenwater vanuit die bergen naar het meer. Maar in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw besluit de Sovjet-Unie het water van deze twee rivieren naar de droge vlaktes van Kazachstan, Oezbekistan en Turkmenistan te leiden. Er worden onder meer kanalen en dammen aangelegd om de rivieren af te tappen en de droge vlaktes in Azië geschikt te maken voor het verbouwen van gewassen. De aanpak van de Russen werkt, maar heeft een vernietigend effect op het Aralmeer dat veel minder water aangevoerd krijgt en in rap tempo kleiner wordt.

    Bron: https://www.scientias.nl/dit-is-de-jongste-woestijn-op-aarde-en-wij-hebben-m-gemaakt/

     

    ©2024 Natuur en Wetenchap vzw All Rights Reserved.