De pistoolgarnaal heeft scharen die als een veer gespannen staan. Met een simpele klik springen die los en schiet er op hoge snelheid een bubbel door het water. Die met waterdamp gevulde bubbel implodeert waardoor een enorme schokgolf ontstaat, compleet met een scherpe knal en een lichtflits. En dan weet de vijand niet meer waar hij het moet zoeken.
Een onderzoeker deed een interessante ontdekking: de jonkies bleken nog veel beter dan hun ouders in staat te zijn om met hun scharen te klapperen. Toen ze 1 maand oud waren begonnen ze met hun scharen te klappen. Zelfs het allerkleinste garnaaltje, met scharen die maar 1 millimeter lang waren en die slechts 0,03 microgram wogen kon een straal water schieten die tot een exploderende bubbel leidde.
Maar dat kunnen de jonge pistoolgarnaaltjes niet in één keer. De kleintjes oefenen hun knallen. Ze moeten hun ‘pistooltjes’ een paar keer opnieuw ‘laden’ om genoeg kracht op te bouwen om hun waterkogels af te kunnen vuren. Lang duurt hun leerschool niet: een maand nadat ze uit hun ei zijn gekropen, beginnen ze al volop te schieten.