Onderzoek wijst er voorzichtig op dat er rond de ster Gliese 667C drie planeten draaien die zich in de bewoonbare zone bevinden. Eén van die planeten is mogelijk de planeet met de laagste massa die ooit in een bewoonbare zone is aangetroffen. Dat meldt onderzoeker Philip C. Gregory van de universiteit van British Columbia in een uitgebreid paper over het sterrenstelsel.
Eerder onderzoek
Al in 2011 ontdekten onderzoeker rondom de ster Gliese 667C een superaarde. Ook wezen ze erop dat zich rond de ster mogelijk nog twee planeten bevonden. Eén daarvan zou zich wellicht in de bewoonbare zone bevinden.
Zes planeten
Gregory boog zich nu opnieuw over het sterrenstelsel en analyseerde de gegevens die HARPS, onderdeel van ESO’s telescoop in Chili, opnieuw. Hij bevestigt nu – met behulp van algoritmes waarmee hij de kansdistributie kon berekenen – dat er waarschijnlijk zes planeten rondom Gliese 667C cirkelen.
Omlooptijd
Onder die zes planeten bevinden zich twee planeten met een omlooptijd van 7,198 en 28,14 dagen. Deze twee planeten werden tijdens eerder onderzoek al ontdekt. Daarnaast zijn er waarschijnlijk nog vier planeten met omlooptijden van 30,82, 38,82, 53,22 en 91,3 dagen. Of het signaal met een omlooptijd van 53,22 dagen echt een planeet is: daarover twijfelt Gregory nog. “Aangenomen dat de andere vijf signalen wel planeten zijn, dan bevinden de planeten met de omloop van 28,14, 30,82 en 38,82 dagen zich in het centrale deel van de bewoonbare zone, terwijl de baan van 91,3 dagen deels in de bewoonbare zone ligt,” schrijft hij.
Lage massa
Het meest interessant is dan wel de planeet met een omlooptijd van 38,82 dagen. Alles wijst erop dat deze een zeer lage massa heeft: zijn massa is ongeveer twee keer zo groot als die van de aarde. Daarmee is het de planeet met de laagste massa die ooit in een bewoonbare zone is ontdekt.
Het onderzoek maakt Gliese 667C nog interessanter dan het sterrenstelsel altijd al was. Maar enige voorzichtigheid is op dit moment nog geboden. Het paper van Gregory is nog niet aan peer-review onderworpen. Wanneer andere wetenschappers zich over een paper buigen, wordt al snel duidelijk of het zwakke plekken heeft (bijvoorbeeld of er gegevens missen of dat de interpretatie niet overal even sterk is). En op basis van die feedback kan Gregory zijn paper aanpassen. Dat alles is dus nog niet gebeurd.
bron: scientias.nl